Wat dat betreft vond ik deze tekst van Dylan erg verhelderend:
Arme Hardwerkende Nederlanders. Gelukkig is er porno.
"Verder is er op straat, op televisie en op internet van alles op seksueel gebied te beleven. Let maar eens op wat je allemaal aan seks tegenkomt in het straatbeeld. Den Haag noemt dat de pornoficatie van de samenleving, ik noem het een bron van inspiratie."
Aldus seksuologe Eva Broomans in het laatste nummer van de Volkskrant Banen. Zij helpt mensen die geen zin meer hebben in seks. Haar cliënten hebben vaak langdurige relaties waar de sleur in is geslopen. Broomans vergelijkt ze met wat VVD-fractievoorzitter Mark Rutte Hardwerkende Nederlanders noemt.
Een bron van inspiratie. Ons straatbeeld als één grote erotische belofte. Loop door de stad, kijk goed om je heen naar al die reclameborden, kom hitsig thuis en bedrijf wild de liefde met je partner, dat lijkt het idee te zijn van Broomans. Ze gaat er vanuit dat erotiek en porno vooral supplementair zijn aan het seksleven.
Volgens mij klopt dat niet. Ik denk –al heb ik het vermoeden dat dat sterker voor mannen geldt dan voor vrouwen – dat pornografie in veel gevallen een compensatie is voor het gebrek aan een seksleven. Die Hardwerkende Nederlanders, die het grootste deel van hun tijd op pad zijn, hebben geen tijd of geen puf meer om aandacht aan een partner te geven. En die aandacht is noodzakelijk voor een bruisend seksleven. Maar wat wel snel en doeltreffend is (zoals alles in het snelle zakenleven snel, efficiënt en doeltreffend moet zijn) is porno. Downloaden. Plaatje kijken. Filmpje kijken. Muis in de linkerhand. Klaar is Kees.
Het is zichtbaar aan de aard van de meeste porno dat deze niet supplementair is, niet bedoeld om op te winden voor de daad, maar juist om te bevredigen. Ingezoomd op de bewegende geslachtsdelen. Het heeft vaart, komt gauw to-the-point. No nonsense. De Hardwerkende Nederlander heeft geen tijd voor teveel gedoe. De bedoeling was om klaar te komen. Het libido weer onder controle te krijgen.
Niet dat er wat mis is met masturbatie of masturbatie met behulp van pornografie. Maar ik geloof niet dat de pornoficatie van de samenleving uitgebluste stellen nu stimuleert om hun seksleven weer wat op te poken. Eerder geloof ik dat die pornoficatie ontstaat omdat er te weinig wordt geneukt en teveel wordt gewerkt.
Sommige reclameposters zijn ware Freudiaanse bespottingen. Een hoerige dame symboliseert dat de consument eigenlijk seks wil. Wat hij of zij krijgt is het zoveelste nutteloze product. Een eeuw na Freud worden we elke dag aangemoedigd tot sublimatie van ons libido, deze om te zetten in koopgedrag. En telkens weer beseffen we dat dat een onmogelijke opdracht is. De sekslust blijft.
Daar komt bij dat de geseksualiseerde afbeeldingen in de openbare ruimte een voor de massa gestandaardiseerd soort erotiek aanbieden, die van elke authentiek karakter ontdaan is. Moeten we daar nu opgewonden van raken? Blijkbaar. En snel ook.
In zijn nieuwe boek De infantiele consument. Hoe de markt kinderen bederft, volwassenen klein houdt en burgers vertrapt beschrijft de Amerikaanse denker Benjamin Barber hoe het kapitalisme in de moderne Westerse wereld niet langer vaart op het Weberiaanse protestantse ethos, maar deze heeft verruild voor een infantiele versie daarvan. Omdat onze economieën koortsachtig moeten blijven groeien, ontstaat er overproductie. In de Derde Wereld bestaat een enorme reële behoefte aan goederen, maar deze mensen bezitten te weinig, er valt daar niets te halen. In plaats daarvan worden er miljarden geïnvesteerd in marketing om mensen die alles al hebben, te laten denken dat ze nog meer nodig hebben. Geen werkelijke behoeften, maar, om met Marx te spreken, denkbeeldige behoeften. Voortdurend probeert de reclamewereld ons wijs te maken dat we van alles nodig hebben om gelukkig te zijn. We besteden er zelfs de tijd dat we niet werken aan: shoppen is een normale vrijetijdsbesteding geworden. We gaan in onze zogenaamde vrije tijd gewoon door met werken, want dat is wat de markt wil.
Ik denk dat dit nog verder gaat dan Barber zegt. Ik denk dat we zelfs een gedeelte van onze werkelijke behoeften zijn gaan inruilen voor denkbeeldige behoeften. De behoefte aan rust en ontspanning bijvoorbeeld. De behoefte aan aandacht voor onszelf en voor de mensen om ons heen, binnen de gemeenschappen waarin we leven. En ook de behoefte aan warme, langdurige, intens-zinderende seksualiteit. Er is niets mis met een snelle wip of een snelle ruk. Maar het lijkt alsof de markt seks altijd terugbrengt tot dat korte moment. Seks is patat geworden.
Maar het moderne kapitalisme heeft ook daarvoor weer een oplossing bedacht. Elk tekort is namelijk weer een potentiële markt. Als we een burnout krijgen van ons werk dan zijn er psychologen en anti-depressiva om ons weer productief te krijgen. Als ons seksleven op dezelfde manier inzakt dan is daarvoor de beroepsgroep van de seksuologen gecreëerd. We houden elkaar wel bezig in deze inspirerende wereld. Misschien moet de Hardwerkende Nederlander van Mark Rutte wel helemaal niet naar de seksuoloog. Misschien moet hij of zij gewoon eens wat minder hard werken.
De welvaart werkt in onze huidige samenleving zo corrumperend dat het welzijn er bij inschiet. Dat is ook de boodschap van geluksprofessoren als Layard. We hebben het allemaal maar druk met produceren met ons allen en vergeten een deel van onze werkelijke behoeften. Nergens wordt dat zo duidelijk als in de verplatting en de fantasieloosheid van de meeste porno en de wijze waarop die in zoveel moderne cultuuruitingen doordruppelt. In een variatie op de gevleugelde uitspraak ‘Wat je zegt ben jezelf’ zou je hier het volgende over kunnen zeggen ‘Wat je opwindt, waar je geil van wordt, dat ben jezelf’. Porno is de lelijke en soms absurde lachspiegel van onze samenleving. Ik geloof dat we dat spiegelbeeld kunnen veranderen. Mooier, authentieker kunnen maken. Maar daarvoor moeten we bij onszelf beginnen.